De eerste ronde van de finalegroep heeft louter beslissingen opgeleverd. Jesse van Elteren kreeg van broer Hugo een siciliaanse Sveshnikov voorgeschoteld. Hugo veroverde zelfs een paar pionnen, maar de koningstelling was open en oogde gevaarlijk. Uiteindelijk was een blunder van Hugo in een voor zwart houdbare stelling voldoende om Jesse het volle punt te bezorgen. De nr. 1 van de voorronde, Gerard van Ommeren, nam het met wit op tegen Wouter Vroegindeweij die zich met minimaal verschil als zesde had gekwalificeerd. Gerard speelt met wit altijd een bekende en degelijk variant. N.a.v. een partij Kemner – Van Dijk in de RSB bekerfinale 2009 was Wouter op een nieuw idee gekomen om de variant van Gerard te bestrijden. Dit pakte zo goed uit dat Gerard na een paar mindere zetten al snel slechter stond. Zelfs zo slecht dat Wouter via reguliere zetten toch vrij eenvoudig en ook wel verrassend met zwart de overwinning kon pakken.  De derde partij ging tussen Arno Luinenburg en Boudewijn Weijermars. De laatste speelt al het hele seizoen goed, maar met Arno weet je het nooit.  Dat klopt ook voor de opening, meestal e4, maar nu eens d4. Het werd wellicht daardoor toch een wat vlakke stelling, terwijl Arno juist thuis is in hele scherpe stellingen. Dat scherpe kwam er niet en Arno verloor materiaal en de partij.