Vrijdag 27 maart werd in de laatste ronde van de tweede klasse van de Rotterdamse Schaakbond een directe strijd tegen degradatie gespeeld: het thuisspelende Moerkapelle had aan gelijkspel genoeg, terwijl de Krimpenaren moesten winnen. Het begon allemaal erg goed voor Moerkapelle. Marcel de Haan had vooruitgespeeld en een belangrijk punt gescoord en al na een dik uur kon Mart Jan Luteyn de tweede winstpartij bekendmaken na een allesvernietigende koningsaanval. Even later won ook Boudewijn Weijermars zijn partij op het eerste bord, hoewel hij mat in vier zetten over het hoofd had gezien. Er was nu dus nog maar één punt nodig van vijf borden. Dat bleek echter een stuk lastiger dan gedacht. Dirk Molenaar, Jan Blok en Hans Geerling werden achter elkaar weggespeeld en ook Kevin Bakker kon een moeilijk eindspel niet op remise houden. Alle ogen waren nu gericht op Christiaan Noorland die een remisestelling in tijdnood van beide kanten in een winst moest omzetten. Heel laat op de avond brak hij door met een mooie pionzet en zijn tegenstander moest opgeven. En dat betekende handhaving voor Moerkapelle! Met de hakken (en eigenlijk nog wel minder) over de sloot, waarbij een hoop geluk benodigd was. Toch was het ook zeker de verdienste van de tactische opstellingen van captain Kevin! Intern speelde koploper Wouter Vroegindeweij remise tegen concurrent Hugo van Elteren en won jeugdspeler Remco de Zwart in een mooie partij van zijn meester Maarten Pilgram.