Door Arno Luinenburg
In de eerste klasse van de RSB mochten wij sinds lange tijd weer fysiek aantreden. Het werd een uitwedstrijd tegen Sliedrecht dat het verst bij ons vandaan lag. Alle spelers waren ruim op tijd. (Gelukkig) hanteert Sliedrecht een soepel startsein zodat om 20.15 in een mooi zaaltje boven de onderlinge de wedstrijd begon.
Tobias Dekker met een hoge rating had alvast vooruit remise gespeeld in een spannende partij met wederzijdse kansen tegen Wouter Vroegindeweij dus daar waren we in neutrale zin vanaf. Twee uur later speelde Marcel de Haan met zwart remise tegen Pieter Pons, ook een routinier inmiddels. Nadat zwart zijn paard direct in het spel bracht ontstond er een hectische stelling maar na stukkenruil bleef er weinig over. Remise dus.
Arno Luinenburg aan bord 5 won met wit als eerste tegen een jeugdtalent met een hogere rating. Wit koos daarom voor een afwijkende opening welke hem een pion kostte maar niet de partij. Een tijdelijk stukoffer bezorgde hem een dodelijke mataanval en na 25 zetten was het bekeken. Het eerste punt was binnen. (1-2)
Daarna won Martijn Vroegindeweij met zwart tegen Johan v.d. Griend. Na een favoriete opening van zwart en scherp spel kreeg zwart volop kansen met 2 pionnen meer in een viertoreneindspel. Ook dit werd in winst omgezet. (1-3)
Remco de Zwart speelde met wit een hectische partij tegen Henk Prins niet de de eerste de beste. In een zeer rommelige stelling moest zwart zijn dame geven tegen 2 torens, maar wit had een paard extra. Ondanks het gereduceerde pionnenmateriaal was het prachtig om te zien hoe wit met zijn paard de zwarte torens wist te desoriënteren. Een dodelijke mataanval en/of het verlies van een toren was het gevolg zodat Remco een punt kon bijschrijven. (1-4)
Enige tijd later was Maarten Vroegindeweij aan de beurt. Met zwart koos hij zijn favoriete gesloten opstelling. Hij liet wit toe om er (gedeeltelijk) doorheen te breken. Het lukte bijna maar de tijdnood deed hem de das om. Zwart maakte het bekwaam af. (1-5)
De winst was binnen. Christiaan Noorland had met zwart een moeilijk eindspel na een min of meer gelijkstaand middenspel. Er ontstond een toreneindspel met 2 pionnen voor hem in de min. Het leek af en toe remise te worden maar helaas verloor Noorland. (2-5)
Als laatste bleef over André Nieuwlaat aan bord 1 met wit tegen de allersterkste. Na een gesloten opening met positioneel degelijk spel van weerskanten ontstond er een gelijke stelling met dame en torens. Er werd afgewikkeld naar een gelijk dame-eindspel. Plotseling kon wit afwikkelen naar een pionneneindspel waarin beide partijen hun pion konden laten promoveren tot dame. Dat gebeurde ook. Er ontstond wederom een gelijk dame-eindspel en een déja vu situatie herhaalde zich. De dames werden geruild en er kwam wederom een wedloop van pionnen wie het eerst kwam. Weer haalden beiden tegelijkertijd dame. De stelling was potremise maar Sliedrecht wilde meer. Er ontstond voor beiden een dame-eindspel met voor ieder een pion. Op een listige manier wist André Nieuwlaat de zwarte koning af te snijden, met zijn koning binnen te dringen en zwarts laatste pion te veroveren. Nu lag de weg open naar een derde promotie en deze keer niet wederzijds. Zo kon zijn tegenstander Peter v.d. Bergh met een nul naar huis. (2-6)
Door deze opsteker kan Moerkapelle weer een gooi doen naar het kampioenschap. Messemaker speelde 4-4 tegen Sliedrecht en Dordrecht moet ook nog tegen Messemaker.