In de finalepoule, waarin de bovenste zes spelers van de competitie spelen om het kampioenschap, werden twee partijen gespeeld. Marcel de Haan trof met de witte stukken Gerard van Ommeren. Hij werd snel getrakteerd op een dubbelpion wat daarmee wel gelijk een open lijn opleverde naar de koningsstelling van Gerard. Lange tijd werd het evenwicht niet verbroken in de partij. Gerard wilde toch op winst spelen en probeerde de gesloten stelling open te breken. Hiermee kwamen er kansen voor beide spelers die zeer nauwkeurig moesten spelen. Marcel kwam met zijn dame in de stelling van Gerard en stond op een gegeven moment voor een dilemma. Hij kon kiezen tussen eeuwig schaak wat een remise op zou leveren of op winst spelen door een toren van Gerard te slaan waarmee hij wel het initiatief uit handen gaf. Het werd verkeerd ingeschat door Marcel die de toren sloeg en hiermee weliswaar materiele voorsprong verkreeg maar niet continue meer schaak kon geven. Het initiatief werd dankbaar door Gerard overgenomen die wel raad wist met dit buitenkansje en Marcel binnen een paar zetten mat dreigde te zetten. Die zag het hopeloze van z’n stelling in en gaf op. De andere partij werd gespeeld door Dirk Molenaar tegen Arno Luinenburg die met de zwarte stukken de Siciliaanse opening speelde. Dirk bouwde aan een sterk centrum en speelde z’n f-pion naar f4 ter ondersteuning van het centrum met de bedoeling om de koningstelling van Arno open te breken. Die tijd kreeg hij niet omdat er een paar lichte stukken werden geruild en een centrumpion wat een open d-lijn opleverde. Hierna kwam Arno met z’n a-pion ver opzetten om de pionnenstelling op de damevleugel van Dirk te verzwakken. Door middel van het afruilen van een toren kon Dirk dit voorkomen. Niet veel later werd de vrede getekend: remise. De stand in de finalepoule op dit moment: 1. Wouter Vroegindeweij en Gerard van Ommeren 2 uit 2; 3. Arno Luinenburg 1½ uit 2.

De overige spelers spelen om de titel ‘best of de rest’. Koploper André Nieuwlaat nam het op tegen Jan Blok en kon al snel het punt bijschrijven doordat Jan zijn paard in liet staan en gelijk op kon geven. Hiermee verstevigde André Nieuwlaat zijn leidende positie. Dick Bac speelde tegen Martijn Vroegindeweij die met z’n pionnen ver oprukte. In een gevaarlijke stelling moest er nauwkeurig worden gespeeld om niet gelijk groot nadeel te krijgen. Dit ging Martijn beter af dan Dick: met een paar minder goede zetten verkreeg Martijn groot voordeel die dit gedecideerd uitbuitte en een overwinning kon bijschrijven. Tenslotte won Ron Droog in een pionneneindspel van Henk Doornhein. De stand is op dit moment: 1. André Nieuwlaat 2. Ron Droog 3. Remco de Zwart