In de twaalfde ronde van de onderlinge schaakcompetitie werden zes partijen gespeeld. De partij om de tweede plaats ging tussen Maarten Vroegindeweij en André Nieuwlaat. In een boeiend gevecht eindigde deze partij in remise waardoor Maarten zijn tweede plaats vast hield. Inmiddels is zijn broer Wouter door een winstpartij tegen Remco de Zwart opgerukt naar de vierde plaats. Ook de ervaren Gerard van Ommeren rukt op naar een koppositie door in een toreneindspel Martijn Vroegindeweij te verschalken. Jan Blok bood remise aan tegen Ron Droog maar Ron zag toch nog kansen en pakte het volle punt. Christiaan Noorland wist van Dick Bac te winnen. Hans Geerling kon een aantal weken niet schaken door ziekte maar hij bleek het niet verleerd te zijn en bond Henk Doornheim aan zijn zegekar.