Moerkapelle 1 toog vrijdagavond 23 maart naar Rotterdam Charlois voor de ontmoeting met Charlois Europoort 4. Voor de wedstrijd waren we op matchpunten gedeeld koploper, maar Overschie staat een straat aan bordpunten voor, dus een kampioenschap werd niet meet reëel geacht. Dit jaar hadden we net als vorig jaar het derde team van dezelfde vereniging in een thuiswedstrijd bedwongen. 1+1=2 zou je zeggen, maaar niets is minder waar. Al twee jaar op rij verliezen we tamelijk kansloos van het vierde team. Lokatie van dit alles was het Anker, een nieuw clubhuis daar het oude in de Wielewaal half afgebrand was. Ook wel wat ontluisterend als je het vergelijkt het een paar jaar geleden in de passage: toen een bloeiende vereniging nu slechts twee interne partijen en nog erger: geen bier bij de analyse. Dat kan nooit lang goed gaan. Maar goed hoe verliep de wedstrijd?
Dit keer moesten we twee invallers opstellen. Zowel Hugo van Elteren (wordt/is opnieuw vader) en Dick Bac waren verhinderd. Marcel de Haan mocht niet mer invallen (al 3 wedstrijden gespeeld en het tweede heeft hem hard nodig in de ontsnappingswedstrijd tegen WSV 1) maar in Kevin Bakker met wit op 7 en Chistiaan Noorland met zwart op 8 hebben we het volste vertrouwen. Al snel vielen er twee beslissingen. Jesse van Elteren (bord 4) zat voor 10 uur al te analyseren met zijn tegenstander. Jesse die toch zo in vorm was de laatste wedstrijden pleegde een foutief offer en kon zijn biezen pakken. Een slechte beurt en een slechte start. Eén voordeel voor hem zelf, hij kon snel terug naar Hilversum maar miste daardoor wel de ontknoping. Wouter Vroegindeweij had zichzelf maar eens op bord 1 geposteerd en toeval of niet, voor de derde keer in twee seizoenen kreeg hij Tjerk Tinga tegenover zich. In de eerste ontmoetingen hadden beiden met zwart gewonnen en nu had Tjerk zwart. Edoch hj vertelde al dat hij het schaaktechnisch niet zo naar zijn zin had en dat bleek ook wel wat in de partij. Hij vergat een belangrijke zet in de opening, die echter nog niet fataal was, maar hij onderschatte de witte aanval op de koningsvleugel en posteerde zijn stukken op de damevleugel. Als gevolg daarvan moest hij een dame geven tegen een toren en loper, qua materiaal wellicht nog speelbaar, maar Wouter gaf de aanval niet meer uit handen. Na nog een wat lichtzinnig stukverlies was ook deze partij voor 10 uur klaar: 1-1. Daarna duurde het toch even voordat verdere scores werden geboekt. Gerard van Ommeen speelde een rustige partij op 2, een kolfje naar zijn hand zou je zeggen. Maarten Vroegindeweij speelde daarnaast met wit een sterke partij en bouwde zijn voordeel stukje bij beetje uit. Arno Luinenburg, ook een man in vorm in zowel de interne als externe competitie, speelde vol op de aanval. Het was heel scherp (te scherp zo leek het) en het kostte ook nog eens veel tijd. De engines zullen het maar moeten vertellen maar er waren dreigingen over en weer. André Nieuwlaat met zwart wilde graag winnen om zijn 100% score te behouden, de dreigingen leken elkaar te compenseren. Kevin Bakker, wellicht door het gebrek aan bier ?!, speelde een prima pot tegen een tegenstander met 250 ratingpunten meer. Een actievere stelling en een aantrekkelijke tijdvoorsprong. Op 8 zag ik een glimp van de ‘oude’ (of echte) Christiaan Noorland. Een aanval werd goed getaxeerd opgevangen en wellicht lagen er kansen in de tegenaanval.
Het was inderdaad Christiaan die een volgende beslissing liet aantekenen. De aanval van zijn tegenstander leek door te slaan, maar hij had buiten de berekening van Christiaan gerekend. Hij wist een eeuwig schaak in de stelling te brengen en met minder tijd zo een prima halfje te noteren. Maarten completeerde de goede avond voor de Vroegindeweij’s door in een prima partij de voorsprong te laten aantekenen. Niks op af te dingen. Kevin Bakker had zowel zijn actievere stelling als zijn tijdvoorsprong wat moeten opgeven, maar remise werd wel degelijk bereikt. Een puike prestatie van beide invallers: 2-3. Maar toen ging het hopeloos mis. Arno werd in opperste tijdnood in een matnet gedwongen. Het verschil een wanhoopsoffensief versus een mataanval ‘in control’. Helaas, hij ging er voor, maar dan krijg je de deksel wel eens op de neus. Naast hem vergaloppeerde André zich volledig en gaf weliswaar in tijdnood met 1 zet een flink voordeel aan zijn tegenstander dat hem uiteindelijk 2 pionnen kostten en dat was helaas teveel. Zou Gerard van Ommeren de stand nog gelijk kunnen trekken? Nee, geheel tegen zijn gewoonte in werd hij in een eindspel er kansloos afgetikt. De voortekenen waren al niet best toen zijn remiseaanbod zonder bikken of blozen werd geweigerd. Naar eigen zeggen speelde hij een slechte partij en dat leidde uiteindelijk ook tot verlies. Eindstand 5-3 en we verliezen opnieuw van onze ‘angstgegner’. Kampioenschap is over en we zakken direct naar de 4e plaats. Opvallend: onze invallers doen het uitstekend, maar 4 basisspelers laten het helaas afweten. Jammer, maar het was verdiend. In de gezamenlijke slotronde (woensdag 11 april) spelen we tegen het op papier sterke Erasmus, dat een ongelukkig seizoen beleeft, om des keizers baard.