Op vrijdag 22 april is er een splitsing aangebracht in de Onderlinge Competitie. De top 6 van de Onderlinge Competitie gaan verder met de finalepoule. André Nieuwlaat, die tweede stond, is echter verhinderd aan deelname aan de finalepoule. Zijn plaats wordt daarom ingenomen door de nummer zeven van de Onderlinge Competitie van dat moment, Dirk Molenaar. De rest van de spelers gaan verder met de competitie maar dan zonder de spelers die aan de finalepoule deelnemen.
In de finalepoule stonden op de eerste avond twee partijen op het programma. Remco de Zwart nam het met de witte stukken op tegen Dirk Molenaar. Dirk dacht met zijn loper een stuk aan te vallen van Remco maar overzag dat Remco dit kon pareren met tegelijkertijd een matdreiging. Om de matdreiging te voorkomen sneuvelde de loper van Dirk. Met een stuk achterstand zonder enige compensatie was de strijd snel voorbij, kon Remco de overwinning noteren en is hiermee goed begonnen aan de finalepoule.
Spannender was het in de partij tussen Maarten Vroegindeweij en Martijn Vroegindeweij. Maarten kwam met goed spel een pion voor, bezette de d-lijn en bezorgde Martijn nog een dubbelpion. Later won hij nog een pion en bezat een verre vrijpion die weliswaar niet promoveerde maar Martijn toch aan het denken zette. Ook Maarten ging in de denktank om het voordeel wat hij had uit te bouwen. Dat lukte niet, Martijn won een pion terug en bood remise aan. Dat werd niet aangenomen door Maarten omdat hij voordeel zag en probeerde om dit te winnen. Beiden hadden een toren en een paar pionnen terwijl Martijn nog een loper had tegen een paard van Maarten. In de open stelling kreeg Martijn stukje bij beetje tegenspel. Nu was het Maarten die remise aanbood wat vervolgens geweigerd werd door Martijn die voordeel zag. In grote tijdnood was het nauwkeurig manoeuvreren wat beiden deden. In hoog tempo vlogen de zetten over het bord en werden wat stukken geruild. Toen de kruitdampen waren opgetrokken resteerde een stelling dat naast de koning alleen nog de loper van Martijn en het paard van Maarten op het bord stond. Remise dus.
De partij tussen Marcel de Haan en Wouter Vroegindeweij wordt op een later moment gespeeld.
Ook in de overige competitie stonden twee partijen op het programma. In de partij tussen Hans Geerling en Arie Ymker gebeurde van alles. Hans zette Arie onder druk en kreeg ook voordeel wat groter werd. Ergens ging het toch mis en langzamerhand verdween het voordeel van Hans en was het weer Arie die beter stond. Arie kwam langzamerhand in tijdnood. Hans offerde een toren wat verkeerd door Arie werd behandeld. Hiermee ging een deel van het voordeel van Arie verloren. Wat resteerde was een stelling waarin Hans een dame had tegen een toren en loper van Arie terwijl Arie nog wat meer pionnen had. Een lastige stelling met toch wel voordeel voor Arie. Hans kon echter ontsnappen met eeuwig schaak waardoor de partij in remise eindigde. In de andere partij kwam Wim Heemskerk een pion voor tegen Henk Doornhein en kon dit voordeel uitbouwen en won de partij. Door de overwinning van Wim en de remise tussen Hans en Arie heeft Wim zich in de stand omhoog gewerkt en staan deze drie spelers op zeer kleine afstand van elkaar wat nog een spannend slot belooft.