4-4 tegen RSR Ivoren Toren 2, best oké, maar is het genoeg?

De derde klasse E van de KNSB is dit seizoen een wonderlijke klasse. Er steekt er één met kop en schouders bovenuit en heeft alles al gewonnen en is al ronden kampioen: Santpoort. Er is ook al 1 degradant: Philidor Leiden 2, met 3 matchpunten verzameld in de eerste ronden, maar daarna droogde het op. Tegen hen boekte Moerkapelle de eerste overwinning.

Maar de rest is erg aan elkaar gewaagd. Van deze groep van 8 weet er slechts 1 dat het op zeker niet degradeert: ZSC Saende 2, toevallig onze tegenstander thuis in de laatste ronde. De rest staat dicht op elkaar en de enige met 6 punten (9e, Bergen op Zoom) moet de laatste ronde tegen de al bekende degradant. Kortom niet onlogisch te veronderstellen dat zij op 8 matchpunten komen en Moerkapelle staat met 7 matchpunten op plaats 8 dus allerminst zeker. Het zal een boeiende slotronde worden.

Maar goed na deze stand van zaken maar eens echt naar de wedstrijd. Van tevoren was al het gerucht verspreid door de Rotterdammers dat ze sterk zouden opkomen. Het eerste van RSR was al safe en had dus geen sterke invallers meer nodig. Dat bleek ook, want die gingen er tamelijk fors af tegen HWP Sas van Gent (1½-8½).  Toch was het Moerkapelle dat na een uur of 3 de leiding nam. Wouter Vroegindeweij (bord 6) pakte in de opening de bekende gambietpion op c4. Wit ontwikkelde echter eerst verder om zich vervolgens dan pas te bekommeren om het terugwinnen van die pion. Dat viel toen echter niet mee, sterker nog zwart maakte er een mooie vrijpion van. Wit werd steeds meer teruggedrukt en na dreigend stukverlies gaf hij op. Op bord 5 speelde Dick Bac tegen de op papier verreweg sterkste speler van RSR 2. In een eindspel waarin Dick zich prettig voelde met twee paarden, was het zwart die zich prettiger voelde met het loperpaar. Bovendien dreigde zwart het centrum met z’n pionnen te veroveren. Dick kon het niet meer bolwerken en de stand was weer gelijk: 1-1. De overige partijen haalden alle de 40 zetten. Op bord 1 ging Jesse vol voor de aanval. Zwart kon niet meer rokeren, maar dat ging wel ten koste van wat materiaal. Tegen de tijdnood (met name van Jesse) snoepte Jesse weer wat pionnetjes terug. In die fase liet hij 1 zet z’n toren instaan, maar gelukkig zag zwart het ook niet en na de 40 zetten was er een gelijke stelling en werd tot remise besloten. Broer Hugo van Elteren zat dit keer met de zwarte stukken op bord 4. In de opening ging het niet helemaal goed, maar daarna verdedigde hij zich goed. Na de tijdnood dacht hij even zelfs verloren te staan. Maar zijn vrijpion op de a-lijn was dermate dreigend dat wit in eeuwig schaak moest berusten: 2-2.

Goed moment op de situatie te taxeren. Op bord 2 bij Gerard van Ommeren was er al snel veel materiaal geruild, waardoor er al snel een eindspel met T+P op het bord stond. Tijdens de wedstrijd had  Gerard eerst bij 0-0 remise geweigerd en later deed zijn tegenstander dat. Maar dit soort spelen zijn een kolfje naar Gerards hand, hij kwam gewonnen te staan. Naast hem speelde Arian de Bruijne zoals we van hem gewend zijn een scherpe partij. Beide vielen de koningsstelling met alle macht aan. Zwart leek dat nadrukkelijker en beter te doen en toen de kruitdampen waren opgetrokken was Arian zijn dame kwijt, maar daar tegenover had hij het torenpaar. Arian wist nog wat zwarte pionnetjes te snoepen en het enig overgebleven lichte stuk te ruilen. Dit resulteerde in een vrije witte b-pion, maar aan de koningsvleugel moest 1 h-pion opboksen tegen 3 zwarte pionnen. Wat zou sterker zijn? Op bord 7 speelde André Nieuwlaat en hij won een pion, maar dat resulteerde wel in een niet ondersteunde dubbele a-pion. Helaas gingen beide a-pionnen er af, zonder dat André daar wat voor terugkreeg. De vrije b- en c-pion leidde zo tot een gewonnen stelling voor zwart, ondanks goede pogingen van André om een vrijpion op de koningsvleugel te creëren. Tot slot op bord 8 Maarten Vroegindeweij met zwart tegen een tegenstander met 250 ratingpunten meer. Een aardige kluif dus. Hij verloor een pionnetje, maar de stelling was heel solide. Dat pionnetje kreeg hij later weer terug en even leek hij iets beter te staan, maar Maarten speelde met de 40e zet eerst op safe. De stelling zag er erg remiseachtig uit.

Op dat moment gaan ook andere belangen spelen. Beide teams stonden gelijk (RSR heeft 2½ bordpunt meer), maar de verwachting was dat beide een matchpuntje goed konden gebruiken. Na overleg met de eigen teamspelers stelde teamleider Wouter 4-4 voor aan de non-playing captain Arnold Rijken. De Rotterdammers hadden er wel oren naar en na consultatie van de spelers aan hun kant werd het voorstel geaccepteerd. Gerard kreeg de 1 en André nam de nul voor zijn rekening. De partijen van Arian en Maarten werden zo remise.

Zoals de inleiding hierboven al weergeeft, blijkt achteraf dat we er niets mee opgeschoten zijn, hoewel als we verloren hadden, hadden we het niet meer in eigen hand gehad. Maar als we gewonnen hadden….. Tja, dan maar gewoon de laatste ronde winnen. Na 0 uit 4 uit de eerste 4 ronden volgde 7 uit 4 uit de laatste 4 ronden. Kortom we zijn in de winning mood!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.